Onderstaand vind je een lijst van alle N woorden tot 9 letters.
In de eerste kolom zie je alle woorden die beginnen met een N.
Daarnaast alle woorden die eindigen op een N.
Als laatste alle overige woorden met een N. Al deze woorden kun je gebruiken in Wordfeud of Scrabble.
Gebruik het filter om de lijst met woorden aan te passen.
Begint met N | Eindigt op N | Bevat een N |
---|---|---|
naadloos naadloze naaidoos naaimand naaister naaiwerk naaldbos naaldhak naaldjes naaldvak naambord naamloos naamloze naampjes naamstem naaperij naardien naarheid naarling naarmate naarstig naasting naastten nababbel nabauwde nabauwen naberouw nabiecht nableven nablijft nabloeit nabootst nabouwen nabrengt naburige nacheckt nachtaap nachtbel nachtbus nachthok nachtjes nachtkus nachtmis nachtnet nachtpit nachtpon nachtrit nachtuil nadarhek nadelige nademaal nadenken naderbij naderden naderend nadering nadienst nadraagt nadragen nadrogen nadroogt nadrukte naduiken nafloten nagalmde nagalmen nageaapt nagedaan nagedane nagegaan nagegane nagehold nageijld nagelbak nagelbed nagelden nagellak nageltje nagenoeg nageoogd nagerend nageteld nagevuld nagezegd nagezien nagingen nagloeit naheffen nahollen nahosser nahouden naijlden naijlend naijling najaagde najoegen najouwen nakauwen nakermis nakijken nakoming nakroost nakwamen nalatige naleefde naleving nalezing naliepen nalieten nalopers namaakte namakers namaking namelijk nameloos nameloze nameting namiddag nanoenen nanogram nanovolt napijnen naplozen napluist napoleon napraten narcisme nareiken nareisde nareizen narekent narennen nargileh nariepen narijden naroepen narollen narretje narriger nasaleer naschouw naslagen nasmaken naspeelt naspelen naspeurt naspoort nasporen nastaart nastaren nastoten nastreef nasturen nastuurt natafelt natekent natelden natellen natmaken natspoot natspuit naturist natuurde nautilus nautisch nauwheid naveltje navenant navertel navigeer navlooit navoelen navolgde navolgen navolger navorsen navorser navraagt navragen navrante navullen navylook nawerken nawerkte nawijzen nawinter nawuifde nawuiven nazangen nazeggen nazenden nazetten naziarts nazikamp nazingen nazinnen nazirijk nazitijd nazitten nazivlag nazoeken nazomers nazorgen nebbetje nederige nederpop neerboog neerbuig neerdaal neerdoen neerdruk neerduwt neergaan neergaat neergang neerging neergooi neerhaal neerhang neerhing neerhurk neerkeek neerkijk neerkomt neerkwam neerlaat neerlegt neerliet neerligt neerloop neerpent neerplof neerpoot neerslag neerstak neertelt neertrok neervalt neervelt neerviel neervlij neerwerp neerzakt neerzeeg neerzien neerziet neetoren negatief negaties negeerde negenden negenoog negental negentig negentje negerend negerhut negerras negertje negliges negoties negroide negussen neigende nekharen nekkramp nekschot nekspier nematode nemingen neobarok neofyten neonbuis neonlamp neopreen neoprofs neostijl nepagent nepbloed neringen nerinkje nerveust nerveuze nesjomme nestblok nestboom nestbouw nestelde nestelen nesterig nesterij nestgeur nesthaar nestkast netelige neteltje netenkam netkaart netmagen netsnoer netsukes netvlies netwerkt neukende neukpaal neurende neuriede neuriend neuronen neurosen neuroses neuroten neusapen neusbeen neusbeer neusbrug neusdoek neusgang neushaai neushaar neusleer neuslijn neuspunt neusriem neusring neusstem neusstuk neuswiel neuswijs neutraal neutrale neutrino neutrons neuzelde neuzelen neuzelig nevelden nevelige nevelkap neveltje nevenman nevenrol neventak nichroom nichtjes nicotine niemands niemboom nierstuk niertjes niervlek nietecht nietiger nietigst nietjood nietsnut nietwaar nietzijn nieuwere nieuwers nieuwste nieuwtje nihilist nijdaste nijdiger nijdigst nijlgans nijnagel nijpende nijptang nijverig nijverst nikkelen nippende nitraten nitreren nobelere nobelste noblesse nochtans nocturne nodeloos nodeloze nodigden nodigers noemende noenmaal noenzaal noestige nogablok nogmaals nogoarea nokkenas nokvolle nominaal nominale nomineer nomogram nondedju nonetten nonevent nonferro nonissue nonnetje nonpaper nonsense noodbouw noodbrug nooddeur nooddoop noodgang noodgeld noodhulp noodkerk noodklok noodknop noodloop noodluik noodmunt noodnaam noodpeil noodplan noodsein noodstal noodstop noodtrap noodweer noodzaak noordtak noordzij nootolie normalen normaler normblad normeert normeren normloon normloos normloze normtijd norsheid notaatje notabele notaboek notaties notebook noteerde notelaar notenbar notendop notering notities notulant notuleer notulist nouvelle novellen novelles november novieten noviteit novitius nozempje nuanceer nuchtere nucleair nudisten nuditeit nuffiger nukkiger nulgroei nulkolom nulletje nuloptie nulserie nulstand numerair numeriek nummerde nummeren nuptiaal nuptiale nutrient nuttigde nuttigen nuttiger nuttigst naadjes naaiden naaijuf naailes naakten naakter naaktst naalden naaldje naamdag naampje naamval naamwet naapers naarder naarste naartoe naasten naastte nabauwt nabeurs nabijer nableef nablijf nabloei naboots nabreng naburen naburig nachten nachtje nadacht nadagen nadeden nadeint nadelen nadelig nadenkt naderde naderen nadezen nadorst nadraag nadroeg nadroog nadrukt nafeest naffers nafloot nafluit nagalmt nagaven nageeft nagelde nagelen nageven nagewas nagezet naglans nagloei nahield naholde nahoudt naiefst naiever naijlde naijlen naijver najaagt najaden najagen najaren nakaart nakeken nakende nakijkt naklank nakomen nakomer nakweek nalaten nalatig nalazen naleeft naleest naleven nalezen naloopt nalopen naloper namaakt namaken namaker nameten nanacht naneven nanking naoogde naoogst naploos napluis napraat narcist narcose nareden naredes nareist nareken naricht naroept narrige narwals nasalen naschok nasibal naslaan naslaat nasleep nasloeg nasloop nasmaak nasnede naspeel naspeur naspoor nastaar nastoot nastuur natafel nateken natelde nathals natheid natrekt natrium nattere nattige naturel naturen natuurt nautiek nauwere nauwste navlooi navolgt navorst navraag navrant navroeg naweeen nawegen nawerkt nawezen nawijst nawoord nazagen nazaten nazegde nazendt nazette nazicht nazidom nazisme nazocht nazoekt nazomer nebbisj necrose nederig neefjes neekamp neerhof neerkom neerlag neerleg neerlig neerpen neersla neertel neerval neerzag neerzak neerzat neerzet neerzie neerzit neestem neetoor nefaste neffens nefriet negatie negeert negende negerde negeren negerij negerin neglige negorij negotie negrito neigden neigend neiging nekhaar nekpijn nekslag nekstuk nemende neofiel neofiet neomist neonazi neoprof neoteen nepzaak nergens nertsen nerveus nervige nestbak nestels nestelt nestige nestjes nestors netband netelde netelen netelig netheid netkous netmaag netspel netsuke nettere netwerk neukend neukgat neuklat neukten neuraal neurale neurend neurien neuriet neurons neuroot neurose neusaap neusden neusdop neusgat neusjes neusrug neutels neutron neutrum neuzelt nevelde nevelen nevelig | aambeien aanbaden aanbeden aanbenen aanbeten aanboden aanboren aandaken aandeden aandelen aanduwen aangapen aangaven aangeven aanhaken aanhalen aanhoren aanjagen aankeken aankomen aankopen aanladen aanlagen aanleren aanlopen aanmaken aanmanen aanmeren aanmeten aannamen aannemen aanpezen aanpoten aanraden aanraken aanrazen aanreden aanreken aanroken aanslaan aanstaan aanteken aantonen aanturen aanvaren aanvegen aanvuren aanwezen aanzagen aanzaten aanzogen aardbaan aardkern aardspin aarzelen abcessen abdissen ablutien abseilen absenten accenten accepten accessen acetaten achtbaan achteren achterin achtspan achtsten achttien actieven adelaren adoreren adressen adviezen afbakken afbekken afbelden afbellen afbetten afbeulen afbidden afbieden afbiezen afbijten afbikken afbinden afblazen afbleven afboeken afboenen afbolden afbollen afbonken afbouwen afbraken afbramen afbreien afbreken afbuigen afdammen afdanken afdansen afdekken afdekten afdienen afdieven afdingen afdokken afdongen afdoppen afdragen afdraven afdreven afdrogen afdropen afduwden afdwalen affecten affloten affuiten afgangen afgedaan afgegaan afgezien afghanen afgieten afgiften afgingen afgleden afgluren afgolven afgooien afgraven afgrazen afhakken afhakten afhangen afhappen afharden afharken afheffen afhellen afhelpen afhingen afhollen afhouden afhouwen afjoegen afkalken afkalven afkamden afkammen afkanten afkappen afkapten afkatten afkerven afketsen afkeuren afkicken afkijken afkleden afkloven afknagen afknepen afknopen afkoelen afkolven afkorten afkraken afkregen afkuisen afkunnen afkussen afkwamen aflachen aflakken aflangen aflappen aflapten aflegden afleggen afleiden aflekken afliegen afliepen afliggen aflijnen aflikken aflikten afloeren aflokken aflossen aflosten afluizen afmaaien afmatten afmelden afmelken afmijnen afmikken afnaaien afneuzen afnijpen afnokken afpakken afpakten afpassen afpeilen afpellen afpennen afperken afpersen afpikken afpikten afpitsen afpompen afpraten afpreken afpulken afpunten afraspen afreizen afremmen afrenden afrennen afrieden afriepen afrijden afrijgen afrikaan afrissen afristen afritsen afritten afroeien afroepen afrolden afrollen afronden afrossen afrosten afrotten afruilen afruimen afruisen afrukken afrukten afscheen afschijn afschuin afseinen afslagen afslepen afslopen afsloten afsloven afsmeken afsmeren afsneden afsoppen afspanen afspelen afsporen afstaken afstegen afsteken afstelen afsteven afstoken afstomen afstoten afstoven afsturen afstuwen aftaaien aftakken aftakten aftappen aftapten aftasten aftelden aftellen aftersun aftikken aftikten aftillen aftippen aftobben aftobden aftoppen aftornen aftreden aftuigen afturven afvallen afvangen afvellen afvergen afverven afvielen afvijlen afvijzen afvillen afvingen afvinken afvissen afvisten afvlogen afvoegen afvoeren afvormen afvragen afvraten afvreten afvrijen afvroren afvullen afwaaien afwassen afwasten afweiden afwenden afwennen afwerken afwerpen afwijken afwijzen afwinden afwinnen afwippen afwissen afwisten afzakken afzakten afzegden afzeggen afzeiden afzeiken afzeilen afzenden afzengen afzetten afzeulen afzinken afzitten afzoeken afzoenen afzonken afzuigen afzuipen afzwepen afzweren afzweven afzworen ageerden agiteren agnosten akeleien akkerden akkerman akoleien albasten algemeen aliassen alkalien allieren allofoon allogeen almeteen alruinen althoorn althoren altisten altsaxen alverman amazonen ambieren ampullen amuseren anabolen anaforen analogon analysen anatomen anderman androgyn anemonen animeren ankerden ankerman antennen antieken antifoon antigeen antimoon apegapen apentuin aperijen apologen aprillen apsissen arbeiden arduinen argussen argwanen armsteun armwezen aromaten arresten arterien asbakken asbelten askarren askussen aslijnen aspecten aspotten aspunten asresten astonnen astrakan atlanten atlassen attesten audicien augurken aureolen autisten autobaan autogeen autolijn avaleren averijen avondzon baanlijn baanplan baardman baardvin babbelen babyfoon bacillen backlijn backspin badderen badkuren badlaken baggeren bakenden bakerden bakkerin bakkesen baksteen bakwagen balansen balderen baleinen baljapon balladen balsemen balzalen bamafoon bangsten banieren banjeren banpalen barakken barbaren barbelen barenden baretten baringen baronnen barreren barstten basalten bashoorn bashoren basissen bastonen bataljon batikken batikten batisten bavetten bavianen bazelden bazinnen bazuinen beaamden beademen beambten beboeren beboeten bebonden bebossen bebosten bebouwen bedampen bedanken bedauwen bedekken bedekten bedelden bedelman bedelven bedenken bederven bedieden bedienen bedijken bedillen bedingen bedoeien bedoeken bedoelen bedolven bedongen bedorven bedotten bedragen bedreven bedrogen bedropen beduiden beedigen beeldden beerfden begieren begieten begijnen begillen begingen beginnen beginzin beglazen begluren begonnen begraven begrazen begrepen begroten behangen behappen beheksen behelpen behelzen behingen behoeden behoeven beholpen behouden behouwen beierden beinkten beitelen beitsten bejoegen bekakken bekakten bekalken bekampen bekappen bekapten bekenden bekennen bekeuren bekijken bekijven bekisten beklagen bekleden beknepen bekoelen bekorten bekronen bekropen bekwamen belanden belangen belasten belegden beleggen belenden beletten beliegen beliepen believen belijden belijmen belijnen belikken belikten beloeren beloften beltonen beluiken bemanden bemannen bematten bemensen bemerken bemesten beminden beminnen bemoeien bemorsen benauwen bengelen benijden benjamin benoemen bentazon benutten beoogden beoosten bepakken bepakten bepekken bepekten beperken bepraten bepreken berderen bereiden bereiken bereizen berennen bergloon berieden beriepen berijden berijmen berijpen berillen beringen berinnen berispen beroemen beroepen beroeren berokken berouwen berstten berusten bescheen beschijn beseffen beseften beslagen beslapen beslopen besloten besmeren besnaren besneden besomden besommen besparen bespelen bespogen bespoten bespugen bespuwen bestaken bestalen besteden bestegen besteken bestelen bestoken bestolen bestoven besturen betasten betellen beterden betonden betonnen betraden betreden betuigen beugelen beuglijn beurelen beurtman beuzelen bevallen bevangen bevatten bevielen bevinden bevingen bevissen bevisten bevitten bevlogen bevoelen bevoeren bevolken bevonden bevragen bevroren bevuilen bewassen beweiden bewerken bewesten bewiesen bewijzen bewinden bewolken bezaaien bezakken bezanden bezatten bezeilen bezemden bezetten bezielen bezigden bezijden bezingen bezinken bezinnen bezitten bezoeken bezongen bezonken bezonnen bezorgen bezuiden bezuipen bezwaren bezweken bezweren bezweten bezworen bibberen bicepsen biddagen bidwegen biechten biertuin bietsten biggelen bijbanen bijbenen bijgaven | aanbakte aanbeeld aanbelde aanbeter aanbeval aanbiedt aanbindt aanblaas aanblaft aanbleef aanblies aanblijf aanblikt aanbonst aanboort aanbotst aanbouwt aanbraad aanbrand aanbreek aanbreit aanbreng aandacht aandient aandikte aandoend aandraag aandraai aandrang aandreef aandrift aandrijf aandring aandroeg aandrong aandrukt aanduidt aandurft aanduwde aandweil aanfiets aanfluit aangaand aangaapt aangeeft aangehad aangespt aangevat aangever aangevet aangewet aangezet aangifte aangolft aangordt aangreep aangrijp aangrimt aangroei aanhaakt aanhaalt aanhalig aanhangt aanhardt aanharkt aanhecht aanheeft aanhield aanhikte aanhinkt aanhitst aanholde aanhoort aanhorig aanhoudt aanjaagt aanjager aankaart aankijkt aanklaag aanklamp aankleed aankleef aanklemt aanklikt aanklonk aanklooi aanklopt aanknipt aanknoop aankocht aankoekt aankomst aankoopt aankoper aankreeg aankrijg aankruis aankweek aanlacht aanlandt aanleert aanlegde aanlengt aanleunt aanlicht aanlijnt aanloeit aanloert aanlokte aanloopt aanmaakt aanmaant aanmatig aanmeert aanmeldt aanmengt aanmerkt aanmoest aannaait aannames aanneemt aannemer aanpakte aanpapte aanpaste aanpikte aanplakt aanplant aanporde aanpraat aanpreek aanprees aanprijs aanprikt aanraadt aanraakt aanraast aanrader aanrandt aanrecht aanreikt aanrende aanricht aanrijdt aanrijgt aanroept aanroert aanrolde aanrukte aanschaf aanschop aansjokt aansjort aanslaat aansleep aanslibt aansloeg aansloft aansloop aansloot aansluit aansmeer aansmeet aansmijt aansnede aansneed aansnelt aansnijd aansnoer aanspant aanspeel aanspoel aanspoor aansprak aanstaar aanstaat aanstamp aansteek aanstelt aansterk aanstiet aanstipt aanstond aanstoof aanstook aanstoot aanstorm aanstort aanstuur aanstuwt aantelde aantijgt aantikte aantocht aantoont aantrapt aantrede aantreed aantreft aantrekt aantuurt aanvaard aanvaart aanvangt aanvatte aanvecht aanveegt aanvijst aanvinkt aanvlieg aanvloog aanvocht aanvoegt aanvoelt aanvoert aanvraag aanvrage aanvreet aanvroeg aanvulde aanvuurt aanwaait aanwende aanwendt aanwerft aanwerpt aanwezig aanwierf aanwierp aanwijst aanwinst aanwipte aanwreef aanwrijf aanzandt aanzegde aanzeilt aanzette aanzicht aanziend aanzocht aanzoekt aanzuigt aanzwaai aanzweef aanzwelt aanzwemt aardnoot aardpunt abdomens aberrant abonneer abonnees absences absenter absentia absentie abundant acanthus accentje accident accounts achtende achterna achtkant achtling acroniem acterend addendum ademende ademnood adenoide aderwand adherent adjudant adoptant advenant aeronaut afbakent afbeende afbrandt afbrengt afdalend afdaling afdankte afdanste afdeling afdoende afdoener afdonder afdrinkt afdwingt afgaande afgedane afgegane afgekant afgeknot afgekund afgenokt afgepand afgepend afgepunt afgerand afgerend afgerond afgeving afgewend afgezand afgezant afgrenst afhaling afhandel afhandig afhuring afkering afknaagt afknakte afknapte afknauwt afknelde afknijpt afknipte afknoopt afkomend afkondig afkoping aflading aflandig aflatend aflating aflezing aflijnde aflopend afmaking afmeting afmijner afnemend afnemers afneming afnummer afpaling afpijnig afpuntte afransel afregent afrekent afroming afrondde afschenk afslaand afsnauwt afsnelde afsnijdt afsnoeit afsnoept afsnoert afspande afsponst afspring afsprong afstaand aftandse aftekent afvarend afvegend afvuring afwandel afwegend afweging afweking afwendde afwentel afwerend afwering afwezend afwoonde afzender afzetnet afzoende afzonder afzwenkt agendeer agenesie agentjes agentuur agronoom aidskind ajuinbol ajuintje albumine algemene aligneer alkaline allinone allogene alloniem allround almogend alpentop alpenwei alpijnse alpinist alvorens alwetend alziende amandels amazones ambetant ambiance ambulant amendeer ammoniak ammoniet ammonium amnestie amusante anaconda anaerobe anaeroob analecta analiste analogie analoogs analyses anamnese anarchie anathema anatomie andantes andersom andijvie andoorns andorens androide anekdote anemieke anemisch angeltje angstige animaler animatie animator animeert animisme anisette anjelier ankerbak ankergat ankeroog ankertje annexeer annonces annoteer annuleer anomalie anonieme anonymus anorexia anorexie ansjovis antennes antidota antieker antifilm antiheld antiloop antilope antinazi antipode antisera antislip antistof antitype antoniem antwoord apenhaar apenhuis apenkooi apenland apennoot apenrots apenspel appendix aquanaut aquatint arcering argument argwaant armagnac armenkas armenwet arrogant arsenaal arseniek artsenij asblonde aspirant aspirine asregens asthenie astrante asyndeta atalanta aterling atheneum atropine attekens attentie autoband autogene autoland autoniem autonome autonoom avanceer avifauna avonddis avondjes avondles avondmis avondrit avonduur avontuur azijnvat baancafe baanloos baanloze baanrace baanrots baantjes baanvast baanvlak baanwijs babybond babynaam bacchant backbone backhand baddings badjings bakabana bakovens balkende ballinge balwinst banaalst bancaire bandages banderol bandfoto bandhond bandjirs bandmaat bandnaam bandwerk bandzaag bangerds bangerik bangheid banjerde bankboek bankgeld bankgift bankgiro bankiers bankiert bankpoot bankpost bankraad bankreus bankroet bankroof banksite bankstel banktaal bankwerk bankzaak bantengs banvloek baritons barstend barstens baseline basement baserend basisnet bastions battende battings bazuinde beangste beatniks bebakend bebakent bedaking bedankje bedankte bedelend bedeling bedelnap bedenker bediende bediener bedonder bedplank bedrinkt bedscene bedwants bedwingt beeindig beeldend beenbank beenblok beenhard beenloos beenloze beenmerg beenmode beenslag beenstuk beentjes beenwerk beenwond beenworp beerving beetneem begaande begerend beginner beginsel beginzet begrensd begrenst behandel behanger beharing behendig beherend behorend beignets bejaging bejegend bejegent bekading bekekene bekender bekendst bekering beklante beklinkt beknelde beknijpt beknopte beknorde beknotte bekoring bekranst bekreund bekreunt bekroond bekroont belading belaging belandde belangde belcanto beleende belendde beleners belening belerend belevend beleving belezing belijnde bellende belonend beloners beloning beloonde belovend belronde bemaling bemenste beminder bemuring benadeel benaderd benadert benadruk benageld benaming benarder benauwde bendelid benefice benefiet beneveld benevelt benevens bengelde benieuwd benieuwt benijdde benijder bennetje benodigd benoemde bentgras beoefend beoefent beogende bepalend bepaling bepeinsd bepeinst beplante beraming beregend beregent berekend berekent berenhap berenhol berenlul berenvel bergeend bergland bergnimf bergrand bergwand bergwind bergzone beringde berlines beroving berstens beschenk beschonk besnaard besnaart besneeuw besnijdt besnoeid besnoeit besnorde besognes bespande besprong |